COINCIDE • ZORGSAAMWONEN | WONEN & ZORG

Marloes Wijnen

Zenzo Maatschappelijk Vastgoed

VAN SAMENWERKEN NAAR SAMEN ORGANISEREN

Het realiseren van inclusieve wijken is dé grote uitdaging in de komende jaren. Samenwerking is een belangrijke voorwaarde. In het webinar ‘Van samenwerken naar samen organiseren over de sectoren heen’, stonden Kloosterkwartier en Leefgoed Veghel centraal

WONEN & ZORG

Marloes Wijnen

Zenzo Maatschappelijk Vastgoed

VAN SAMENWERKEN NAAR SAMEN ORGANISEREN

Het realiseren van inclusieve wijken is dé grote uitdaging in de komende jaren. Samenwerking is een belangrijke voorwaarde. In het webinar ‘Van samenwerken naar samen organiseren over de sectoren heen’, stonden Kloosterkwartier en Leefgoed Veghel centraal.

E en uniek samenwerkingsproject
De trend van digitalisering heeft ook de platenzaak en boekwinkel zo goed als uit ons straatbeeld laten verdwijnen. Ons consumentengedrag is in rap tempo getransformeerd met als gevolg steeds meer leegstand van winkelpanden en lokale ondernemers die niet of moeilijk overleven.

De nieuwe wijk Kloosterkwartier in Veghel is een plek waar wonen, werken, zorg, onderwijs en ondersteuning samen komen. De wijk wordt ontwikkeld op het kloosterterrein van de Zusters Franciscanessen door Zenzo Maatschappelijk Vastgoed. De communiteit van de zusters loopt ten einde en de wens van de zusters is dat de nieuwe bestemming van het terrein aansluit bij hun roeping. Kloosterkwartier vormt straks een maatschappelijk hart van Veghel. ‘Daarbij speelt het concept Leefgoed een hoofdrol’, vertelt Inge van Eekelen, regiomanager bij BrabantZorg, en voorzitter van Leefgoed. ‘Het is een eigentijdse versie van hoe de Zusters de afgelopen 175 jaar dachten en werkten; zoals de zusters het noemen ‘verhalen die doorgaan’. In Leefgoed behouden we de waarden van het klooster. Verbinden, ontmoeten en ondersteunen worden op een bijzondere wijze voortgezet’. Leefgoed is een samenwerkingsproject van 11 partijen, waaronder BrabantWonen, BrabantZorg, de gemeente Meierijstad, Zenzo maatschappelijk vastgoed, ROC de Leijgraaf, GGZ Oost-Brabant en welzijnsorganisaties. De basis van het project is samenwerking en samen organiseren.

De ontwikkeling van Leefgoed
De ontwikkeling van Leefgoed is gebaseerd op drie pijlers: de Leefgoedgids, het Ontmoetingscentrum en het Leefgoedcentrum. De Leefgoedgids is de persoon die gaat zorgen voor verbinding van vraag en aanbod tussen de bewoners en de organisaties. De Leefgoedgids weet wie aanwezig is en wat er mogelijk is. Het Ontmoetingscentrum is de plek waar je terecht kunt voor een kopje koffie en een maaltijd of gewoon om anderen te ontmoeten. Het wordt een plek waar iedereen langs komt, de hoofdingang voor het hele gebied. Als derde pijler komt er het Leefgoedcentrum. De wens is om dat te vestigen in de voormalige kapel van het Klooster. ‘Maar dat is nog niet zeker’, vertelt Minco de Weerd, vanuit BrabantWonen betrokken bij de ontwikkeling. ‘We willen graag in de entree een klein museum. De bezoeker maakt hier kennis met de verhalen van de zusters en hoe deze doorgaan in de nieuwe opzet.’

De organisaties brengen een deel van hun activiteiten naar het Leefgoedcentrum, zoals dagbesteding van Ons Welzijn, BrabantZorg en GGZ Oost-Brabant. Dit doen ze niet ieder individueel, maar samen. Er komen geen aparte activiteiten per doelgroep maar per thema zoals sport en bewegen of cultuur en kunst. Daarbij is wel de expertise uit verschillende organisaties aanwezig om de juiste begeleiding te kunnen geven. De activiteiten die er nu al zijn zoals jeu de boules, yoga en biljarten gaan door. Alle activiteiten worden met elkaar verbonden zodat er op termijn geen scheiding meer is tussen professionals, vrijwilligers en bewoners. Samen organiseren, betekent ook samen aanwezig zijn. Daarom wil stichting Leefgoed de werkplekken voor professionals van de verschillende organisaties hier creëren. Er komen werkruimtes, flexibele werkplekken, spreekkamers en stilteruimtes.

Building the bridge as we walk on it
Professionals zijn al een tijd met elkaar onderweg. Nu is het zaak om ook de bewoners en toekomstige gebruikers bij de plannen te betrekken. Zij zijn degenen waar het om gaat. Maar hoe krijg je mensen betrokken bij plannen die voor een groot deel nog vorm moeten krijgen? ‘Leefgoed gaat met een aantal quick-wins beginnen’. Als voorbeeld noemt Inge pilots zinvolle dagbesteding en ontmoeting in ruimtes op het terrein van Kloosterkwartier. ‘Het principe is: ‘building the bridge as we walk on it’, zegt ze. ‘Want al weet nog niemand precies hoe we er gaan komen, we weten wel welke richting we op willen. Het sociale van activiteiten en het fysieke van de bouw zal nog een poos door elkaar heen lopen. Dat betekent dat soms de rem erop moet. Dan moet je plannen parkeren vanwege het bouwproces. Voordat alles klaar is zijn we zeker vijf jaar verder.’

Soms schuurt het
Het gaat goed met de ontwikkeling van Leefgoed. Maar hobbels zijn er ook. Zoals tempo- en cultuurverschillen tussen organisaties, waardoor het wel eens schuurt. Dan staat er bijvoorbeeld al een gebouw, maar kunnen de bewoners nog geen gebruik maken van voorzieningen omdat ze er nog niet makkelijk kunnen komen. Ook merk je soms dat er spanning tussen partijen zit. Bij de realisatie van een gebouw voor mensen met een zorgvraag speelt de vraag wie de zorg straks gaat verlenen. Gaat de gemeente werken met een preferred supplier? En wat betekent dit dan voor de keuzevrijheid van burgers? Gaat een zorgorganisatie nog wel investeren in het voortraject als er straks nog tien andere zorgpartijen meedoen? Hoe gaat de gemeente de zorg aanbesteden? Kan dat allemaal wel? ‘Veel vragen en tegelijk wil de gemeente wel stappen zetten’, zegt Rik Compagne, wethouder Meijerijstad. ‘Er moet iets gebeuren, want ook de zorgkosten lopen op. Duidelijk is dat we goed op weg zijn, maar dat we alle antwoorden nog niet hebben.’

‘Verbinden, ontmoeten en ondersteunen worden op een bijzondere wijze voortgezet’

Uitdagingen en onzekerheden
De financiering van de Ontmoetingsruimte en het Leefgoedcentrum is nog een vraagstuk. De gebouwen staan er al. Het zijn bestaande gebouwen binnen Kloosterkwartier. Aan de stichting Leefgoed levert nu elke organisatie een gelijkwaardige financieel bijdrage voor de opstartkosten. De exploitatie van het Leefgoedcentrum en Ontmoetingscentrum zit daar niet in. ‘Zenzo kan beide centra pas verder gaan ontwikkelen als definitief zeker is dat organisaties zich daar ook gaan vestigen’, vertelt Michiel Wijnen van Zenzo. ‘Die stap moet dit jaar gezet zijn, dan komt er financieel meer zekerheid. Een ander idee is om een jaarlijkse bijdrage van de bewoners te vragen. Tenslotte is het een gebied met 500 woningen met bewoners die gebruik kunnen maken van het Ontmoetingscentrum.’ De afspraak tussen Zenzo en de zusters is dat alles op een economisch verantwoorde wijze moet draaien. Het mag niet afhankelijk zijn van subsidies of giften. Want dan creëer je niets duurzaams, vinden de zusters. De bereidheid om mee te betalen is vooraf onderzocht tijdens de participatieavonden waarin de toekomstige bewoners zich konden uitspreken. Maar een compleet beeld is er nog niet. Het Ontmoetingscentrum is wijkgericht, terwijl het Leefgoedcentrum voor heel Veghel bedoeld is. ‘Het onderzoeken van alle wensen die in Veghel leven, is een uitdaging, maar van groot belang’, vindt Michiel. ‘Er komen in de wijk ook nieuwe mensen wonen die je nog niet kent. Aan wie moet je de onderzoeksvragen stellen en hoe krijg je participatie voor elkaar als mensen er nog niet wonen? En ook in heel Veghel onderzoek doen en participatie op gang brengen is lastig. Uitdagingen en onzekerheden liggen er dus beslist nog op ons pad.’

Succesfactoren smaken naar meer
Succesfactoren zijn er ook. Een belangrijke succesfactor is de samenwerking met de zusters. Zij zijn het die het project de tijd willen geven om tot bloei te komen. En dat is bijzonder. Want eigenlijk stond bij de kloosterdeur al een bordje “Te koop” totdat de zusters bij Hart van Vathorst hadden gezien wat er kan ontstaan. Een andere succesfactor is dat er vanuit de bestuurders van de betrokken organisaties een steungroep is die aan de projectgroep echt ruimte geeft om na te denken over het concept. Er zijn geen strakke kaders meegegeven wat de professionals veel vrijheid geeft in de ontwikkeling van het Leefgoed-concept.
De bewoners van Veghel zijn een niet te onderschatten succesfactor. Afgelopen zomer ging Leefgoed op zomertoer. Elke week spraken medewerkers ergens in de wijk met bewoners. Het viel op hoeveel bewoners daarop afkwamen met ideeën en wensen. En het bleek eens te meer hoeveel mensen elkaar niet kennen, maar dat wel zouden willen. Ook onder bewoners krijgt Leefgoed daardoor steeds meer draagvlak.

WONEN & ZORG

WONEN & ZORG

VORIG ARTIKEL
MEER DAN EEN HUIS

VOLGEND ARTIKEL
INHOUD