2 | VERBINDING IN ZORG EN WELZIJN

Pieter Hilhorst

Onderzoeker Ben Sajet Centrum, moderator, lid Raad voor Volksgezondheid & Samenleving

“Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral”. Deze gevleugelde zin van Bertolt Brecht kreeg voor mij een nieuwe invulling bij een bezoek aan het Kollektivhus in Stockholm in Zweden. In het Kollektivhus wonen rond de 50 oudere mensen samen. Ze hebben ieder een eigen appartement maar beschikken met elkaar ook over gemeenschappelijke ruimtes zoals een keuken, woonkamer, hobbyruimte en logeerkamers. Bewoners kijken naar elkaar om. Ze ondernemen gezamenlijke activiteiten. Ze voelen zich verbonden en voelen dat ze ertoe doen. Als een van de bewoners lichamelijke verzorging nodig heeft, komen daar nog steeds professionals voor langs. De bewoners worden dus niet geacht om elkaars billen te wassen. Toch gelooft Ulrika Egero, de voorzitter van de associatie die co-wonen in Zweden probeert te bevorderen en bewoner van het Kollektivhus in Stockholm, dat deze manier van wonen zorg uitspaart. Ze vertelt dat een van de bewoners beginnende dementie heeft. Als ze op zichzelf had gewoond, dan had ze het niet meer gered. Nu nog wel.

ntwoord op dubbele vergrijzing

Met de dubbele vergrijzing in aantocht bieden dit soort leefgemeenschappen een aanlokkelijk perspectief. Het is immers zonneklaar dat met de toename van het aantal ouderen, het vrijwel onmogelijk is om de zorg vorm te geven zoals nu. Het ministerie van VWS verwacht dat, bij ongewijzigd beleid, in 2040 één op de vier werkenden in de zorg emplooi moet krijgen om alle ouderen te verzorgen. Het is ook niet haalbaar dat de directe familie als mantelzorger veel meer gaat doen. Ze voelen zich nu al overbelast. Dus is het begrijpelijk dat er geregeld pleidooien klinken voor zorgzame buurten. Als de professionele zorg het niet aan kan en mantelzorgers moeten passen, dan komt het aan op de gemeenschap.

Gemeenschapsvorming is méér dan samenwonen
De bewoners van het Kollektivhus vormen zo’n gemeenschap. Maar wat maakt nu van een verzameling inwoners op leeftijd een gemeenschap? De verleiding is groot om te denken dat het ligt aan de huisvesting. Het helpt natuurlijk dat ze gemeenschappelijke ruimtes hebben, maar gemeenschappelijke ruimtes worden niet vanzelfsprekend gebruikt. Zo is er in het Kollektivhus ook een gym, maar de gym is niet zo populair. Het is prettig dat er gemeenschappelijke abonnementen op kranten zijn, waardoor mensen elkaar even zien als ze de krant lezen in de woonkamer. Toch is het ook mogelijk om dicht bij elkaar evenwel langs elkaar heen te leven.

“Wanneer professionele zorg en mantelzorg tekortschieten, rust de verantwoordelijkheid op de gemeenschap.”

Het geheim
Volgens Egero ligt het geheim van de gemeenschap in één verplichting. Bij alle activiteiten die worden georganiseerd staat het bewoners vrij om mee te doen of niet. Zo wordt er vier keer per week samen gegeten, maar als een bewoner dat wil kan hij of zij altijd verstek laten gaan. Wat ze alleen niet kunnen laten schieten is het bij toerbeurt bereiden van de gemeenschappelijke maaltijd. Volgens Egero is de keuken de plek waar het gevoel van gemeenschap ontstaat. Tijdens het snijden van de groenten en het kruiden van de maaltijd leren mensen elkaar kennen. Nog meer dan met het samen eten. Veel andere groepjes en activiteiten zijn ontstaan in de keuken.

”Het is ook mogelijk om gemeenschappen te vormen zonder in één huis te wonen”

Gemeenschap vormen zonder in één huis te wonen
Dat een keuken de kraamkamer is van de gemeenschap biedt kansen. Als voor zorgzame buurten het bouwen van duizenden collectieve woonvormen als het Kollektivhus nodig was, dan is dat een schier onmogelijke zaak. Dan ontbreekt het al snel aan bouwlocaties om dat voor elkaar te krijgen. Maar als het essentiële element het samen koken is, dan is dat ook mogelijk om gemeenschappen te vormen zonder in één huis te wonen. Dan volstaat een grote goed uitgeruste keuken en een gemeenschappelijke ruimte om de maaltijd te nuttigen. Dan is het mogelijk om te blijven wonen waar je woont en met leeftijdsgenoten in de buurt toch een leefgemeenschap te vormen. Met een knipoog naar Brecht die met zijn gevleugelde zin een veel minder optimistisch mensbeeld uitdrukte kunnen we dus zeggen: Eerst komt het koken, dan het omzien naar elkaar.

VERBINDING IN ZORG EN WELZIJN

VERBINDING IN ZORG EN WELZIJN

VORIG ARTIKEL
VOORWOORD

VOLGEND ARTIKEL
ZORGEN DOEN WE SAMEN