BUITENSPELEN IS BEWEGEN EN VEEL MEER: SPELEN IS GROEIEN!

Michiel van Campen
Voorzitter Brancheorganisatie Spelen&Bewegen

In het kader van preventie zet Branchevereniging Spelen & Bewegen met overtuiging in op het stimuleren van buitenspelen en bewegen. Gelukkig is in het coalitieakkoord opgenomen dat sport en bewegen van jongs af aan belangrijk is. Voor kinderen begint dat met spelen. Buitenspelen is het beste wat kinderen kunnen doen om gezond op te groeien.

Branchevereniging Spelen & Bewegen vraagt aandacht voor een groeiend probleem. Elke dag weer bewegen kinderen te weinig en spelen ze minder buiten. En dat terwijl spelen en bewegen essentieel zijn om onze kinderen goed voor te bereiden voor hun volwassen leven. Zij zijn onze toekomst. Buitenspelen is leuk én onmisbaar voor kinderen, en het beste wat je als kind kunt doen. Het zet kinderen in beweging, stimuleert hun motorische ontwikkeling en voorkomt overgewicht. Onderzoek van Jantje Beton toont aan dat van de huidige generatie grootouders vroeger 66 procent dagelijks buiten speelde en van de huidige generatie ouders 59 procent. Het is zorgwekkend dat van de huidige kinderen nog slechts 14 procent elke dag buiten speelt.

“Uit onderzoeken blijkt dat 80% van de kinderen tussen de 5 en 15 jaar onvoldoende beweging krijgt om gezond te blijven.”

Minder ruimte
Voor het buitenspelen mogen kinderen tegenwoordig zelfstandig veel minder ver van huis dan vroeger hun ouders en grootouders . Hun speelruimte wordt steeds meer beperkt. Tegelijk neemt de druk op de buitenruimte – en de verkeersdruk – toe. De ruimte die kinderen krijgen wordt minder geschikt voor buitenspelen. De oorzaken van het minder buitenspelen zijn verschillend, en afhankelijk van de leeftijd en woonomgeving van kinderen. Voor de kleinste kinderen speelt mee dat ouders steeds minder de tijd nemen om mee naar buiten te gaan. Voor de iets oudere kinderen, die er zelf op uit kunnen, is er lang niet altijd een speelplek in de buurt, waar ze zelf veilig naartoe kunnen. Tieners ontbreekt het aan vrije tijd; naast huiswerk zijn ze op steeds jongere leeftijd ook veel tijd kwijt aan bijbaantjes. En voor alle leeftijden lokken thuis de beeldschermen.

Onvoldoende beweging
Uit onderzoeken blijkt dat 80% van de kinderen tussen de 5 en 15 jaar onvoldoende beweging krijgt om gezond te blijven. Meer dan 20% van de kinderen kampt met overgewicht of obesitas tegen de tijd dat ze naar school gaan. De samenleving houdt deze negatieve ontwikkeling in stand, maar de uiteindelijke kosten hiervan – voor de gezondheidszorg – zijn torenhoog. Meer spelen is een belangrijk deel van de oplossing. Het levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van sterkere en gezondere lichamen, incasseringsvermogen, probleemoplossend vermogen, creativiteit en kritisch denken. Spelenderwijs leert het brein om te gaan met prikkels. Later in het leven helpt dat bij omgaan met stress en overbelasting.

Lichamelijke én geestelijke weerbaarheid
Kinderen die niet genoeg spelen en bewegen zijn geestelijk en lichamelijk veel minder goed in staat goed om te gaan met de eisen die aan hen worden gesteld. Dit heeft niet alleen gevolgen voor hun kindertijd, maar voor de rest van hun leven. Wanneer je als kind genoeg speelt, wordt dit onderdeel van je leven, waardoor je ook op latere leeftijd meer buiten beweegt. Zo vorm je de basis voor een actief en gezond volwassen bestaan. Van jongs af aan spelen en bewegen moet daarom zo snel mogelijk topprioriteit worden. Het heeft voor ons allemaal grote voordelen wanneer onze leefomgeving en levensstijl zó aangepast worden, dat kinderen meer gaan buitenspelen.
Kinderen moeten buitenspelen om te kunnen groeien en bloeien. De vrijheid om geregeld zonder toezicht te spelen is onmisbaar voor hun ontwikkeling. Als we terugdenken aan onze eigen kindertijd, dan weten we nog hoe fijn je kon buitenspelen. Je speelde op straat, in het park of in de speeltuin. Je haalde kattenkwaad uit en beleefde allerlei avonturen. Dit was goed voor ons zelfvertrouwen, leerde ons vriendschappen sluiten en moedigde ons aan om nieuwe dingen te proberen en door te zetten.
Het plezier dat we beleven als we spelen – en de reden waarom we spelen – komt eruit voort dat we zelf mogen bepalen wat we doen en hoe we dat doen. Daarin verschilt spelen wezenlijk van sport; sport is een bezigheid die volwassenen organiseren en is prestatiegericht. Als je speelt, heb je de vrijheid en de keuze om zelf te bepalen wat je doet. Spelende kinderen bepalen samen de regels. Dat maakt spelen uniek.